Skip to main content

Political Risk Report 2022

Politieke risico’s op zee

De meeste projecten hebben betrekking op binnenwateren, zoals waterkrachtprojecten, en kunnen bijvoorbeeld leiden tot conflicten tussen landen in verband met transnationale stroomgebieden in Afrika of bijdragen aan staatsschuldencrises.

Fishing vessels on a calm sea in good weather

Over de hele wereld geplande of reeds gestarte watergerelateerde projecten vertegenwoordigen een waarde van meer dan USD 185 miljard.[1] De meeste projecten hebben betrekking op binnenwateren, zoals waterkrachtprojecten, en kunnen bijvoorbeeld leiden tot conflicten tussen landen in verband met transnationale stroomgebieden in Afrika of bijdragen aan staatsschuldencrises. Water kan ook worden omgeleid ten behoeve van productiefaciliteiten en mijnbouwactiviteiten, met als gevolg maatschappelijke onrust en risico’s in verband met contractbreuk, aangezien waterschaarste misschien wel de meest maatschappelijk verbindende dreiging op de hele planeet is. Oceanen behoren tot de meest veelbelovende grensgebieden als het gaat om de toenemende vraag naar voedsel, grondstoffen en zelfs ruimte voor uitbreiding.

De ‘blauwe versnelling’ verwijst naar de ongekende toename van economische activiteiten op de oceanen, met een immens potentieel voor exploratie. Veel van de activiteiten vinden plaats in exclusieve economische zones (EEZ’s), zeegebieden die zich doorgaans tot 200 zeemijl (370 km) buiten de territoriale wateren van een land uitstrekken en waarbinnen een kuststaat rechtsbevoegdheid heeft over levende en niet-levende bronnen. Wanneer er sprake is van een overlap tussen betwiste EEZ’s, is het aan iedere afzonderlijke staat om zijn eigen maritieme grenzen vast te stellen, wat tot verdere spanningsvelden leidt. De exploratie en het in kaart brengen van deze bronnen is de eerste stap op weg naar het realiseren van economische waarde en dient tevens ter ondersteuning van patrouilles in deze gebieden die bedoeld zijn om een gunstig klimaat te helpen creëren voor bedrijven uit eigen land en de internationale handel (zie figuur 1). De uitbreiding van rechtsgebieden door middel van EEZ’s kan leiden tot grotere politieke spanningen.


 [1] Source: Fitch Solutions, calculation by Marsh

[2] ASEAN members are: Brunei,  Cambodia, Indonesia, Laos, Malaysia, Myanmar, Philippines, Singapore, Thailand, and Vietnam.

Figuur 1:

De mate van zeebodemkartering in de exclusieve economische zones van landen varieert sterk

De waarschijnlijke verschuiving naar diversificatie van toeleveringsketens als gevolg van de crisis in Oekraïne — bijvoorbeeld naar Australië, India of Indonesië ter vervanging van de invoer uit Rusland — kan de focus op toch al overdrukke zeegebieden, met name in het Indische en Stille Oceaangebied, versterken. Gespannen confrontaties in de Zuid-Chinese Zee leiden tot meer verstoringen in de binnenlandse omgeving van kuststaten. Er heerst een licht ontvlambare situatie in deze regio, aangezien jaarlijks USD 3,4 biljoen aan goederen de ‘negen-streepjeslijn’ van Beijing kruist, een internationaal niet erkende door China getrokken grens rondom 85 procent van deze wateren. Er bestaat toenemende frustratie over het trage tempo van de onderhandelingen tussen de Associatie van Zuid-Oost-Aziatische Staten (ASEAN) en China over een gedragscode voor de Zuid-Chinese Zee. ASEAN-landen vrezen dat ze EEZ’s en het recht om gebieden in kaart te brengen en te exploreren kwijtraken, wat uiteindelijk zal leiden tot meer inkomsten en geostrategische invloed voor China.[2] Door de pandemie werden er in 2020-21 geen fysieke onderhandelingen gevoerd, hoewel de virtuele bijeenkomsten vorig jaar wel zijn hervat. Dankzij het ASEAN-lidmaatschap konden de leden het aantal fricties beperken en op zoek gaan naar gemeenschappelijke uitgangspunten, hoewel kustlidstaten van ASEAN de negen-streepjeslijn negeren.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) schat dat de grootste sector van de oceaaneconomie wordt gevormd door de offshore-olie- en gasindustrie, die een derde van de door alle economische activiteiten toegevoegde waarde in de oceaan genereert. Ongeveer 70 procent van de grootste koolwaterstofvoorraden die tussen 2000 en 2010 werden ontdekt, bevindt zich onderzee, en aangezien de velden in ondiepe wateren (minder dan 400 meter diep) uitgeput raken, verplaatst de productie zich naar grotere diepten. Terwijl de nieuwe offshore-exploratie zich concentreert in ontwikkelingslanden, blijkt uit een nieuw onderzoek onder leiding van Duke University dat de offshore-multinationals die de meeste inkomsten uit de oceaan genereren, meestal hun hoofdkantoor hebben in hoge-inkomenslanden. Offshore-winning is meestal kostbaarder, maar wordt ook minder beïnvloed door politieke spanningen binnen individuele landen. Als de energietransitie naar een koolstofarme economie zou leiden tot een afname van de offshore-activiteiten, zou dit een significant effect hebben op de inkomsten van de gastlanden met als gevolg grotere politieke spanningen.

De blauwe versnelling naar oceaanbronnen voedt spanningen en geopolitieke ambities.

  • Indonesië is 25 eilanden kwijtgeraakt als gevolg van de export van zand naar Singapore, wat heeft geleid tot onderhandelingen over grensafbakening. Omdat de bevolking van Singapore de afgelopen dertig jaar is verdubbeld, legt het land voorraden zand aan, aangezien de bouwlocaties anders met tekorten te maken zouden krijgen. Droogleggingswerkzaamheden hebben er in Singapore toe geleid dat het landoppervlak met 20 procent is toegenomen en hebben Indonesië, Maleisië (2018) en Cambodja (2017) ertoe aangezet de verkoop van zand aan geselecteerde landen te beëindigen. De in- en verkoop van zand heeft ook geleid tot criminele kartelactiviteiten — misdaadsyndicaten die Indiaas zand inkopen, hebben controle over verschillende illegale mijnbouwlocaties, met als gevolg grotere veiligheidsrisico’s in de regio.
  • Frankrijk heeft de grootste EEZ ter wereld tot stand gebracht. De EEZ van Franse overzeese gebieden en departementen beslaat ongeveer 8 procent van het totale oppervlak van alle EEZ’s van de wereld, terwijl Frankrijk nog geen 0,45 procent van het totale landoppervlak op aarde in beslag neemt. Hoewel EEZ’s geen deel uitmaken van het grondgebied van een land, worden er in een gebied dat zich uitstrekt tot 200 zeemijl (370 km) vanaf de kunst van het land wel speciale rechten op bronnen aan ontleend, zoals het recht om te vissen of het recht op delfstofwinning. Dit heeft Frankrijk gestimuleerd om in 2018 het eerste Europese land te worden met zijn eigen strategie voor de Indische en Stille Oceaan, met een specifieke defensiestrategie die in 2019 werd vastgesteld. Er zijn meer dan zevenduizend Franse militairen en verschillende marineschepen permanent aanwezig in de regio.

Exclusieve economische zones leiden tot grotere raakvlakken tussen verschillende landen en mogelijk tot grotere politieke spanning

Bron: Vlaams Instituut voor de Zee (2019). Geodatabase maritieme grenzen, versie 11. Online beschikbaar op https://www.marineregions.org/.

In de toonaangevende landen op het gebied van EEZ-uitbreiding zijn de risico’s op oorlog en onteigening betrekkelijk laag, maar de risico’s in verband met terrorisme, geweld en ook oorlog zijn relatief gezien significant toegenomen (zie figuur 2).

De risicobeoordelingen van Marsh worden maandelijks gegenereerd door een eigen, op algoritmen gebaseerd modelleringssysteem met meer dan 200 internationale indices in 197 landen. Voor elk risico worden landen gescoord op een schaal van 0,1 tot 10,0, met intervallen van één decimaal; 0,1 staat voor de laagste risicoscore, 10,0 voor de hoogste. Binnen de schaal worden vijf risicoklassen geïdentificeerd die overeenkomen met verschillende risico-omgevingen.

Figuur 2:

Beoordelingen van de politieke risico’s voor geselecteerde landen met grote EEZ’s

Bron: Marsh

  • De Noordelijke Zeeroute (NSR) is ook een zeegebied waar fricties tussen landen bredere conflicten kunnen aanwakkeren en de internationale handel kunnen verstoren (zie figuur 3). De gehele route ligt in het Noordpoolgebied en binnen de EEZ van Rusland, wat betekent dat het Russische staatsbedrijf voor kernenergie (Rosatom) de doorvaart van alle schepen overziet. Het risico van inbeslagname of onteigening blijft hoog in Rusland en de Russische territoriale wateren. In augustus en september 2021 bevonden zich tot 85 schepen tegelijk in deze wateren. Bij scheepvaartverkeer zegt de vlag waaronder een schip vaart doorgaans niets over de bepalende economische belangen met betrekking tot de lading. Dit levert elementen van onzekerheid en spanning op wanneer vergeldingsmaatregelen worden genomen en extra controles van ladingen worden uitgevoerd, aangezien 40 procent van de schepen die in 2021 door de NSR voeren, onder de vlag van Liberia, Portugal of de Marshalleilanden voer. Rusland blijft doorvaarten door zijn territoriale wateren nauwlettend volgen. Potentiële vergeldingsmaatregelen gericht tegen schepen en ladingen van derde landen, zoals een volledige blokkade, kunnen handelsstromen verstoren en de aandacht afleiden van de kwetsbare milieusituatie langs de route.
Figuur 3:

Aantal doorvaarten via de Noordelijke Zeeroute blijft toenemen

Rapport

Rapport politieke risico’s 2022

Lees het hele rapport.

 

 

 

Related articles