Skip to main content

Political Risk Report 2022

De grote mineraalkoorts

De mineraalproductie concentreert zich in betrekkelijk beperkte gebieden op de planeet, met bekende politieke risico’s. De zoektocht naar nieuwe delfstofbronnen kan bijkomende gevolgen hebben.

De mineraalproductie concentreert zich in betrekkelijk beperkte gebieden op de planeet, met bekende politieke risico’s. De zoektocht naar nieuwe delfstofbronnen kan bijkomende gevolgen hebben.

Toezeggingen om de uitstoot van kooldioxide tot nul terug te brengen door landen die momenteel goed zijn voor 70 procent van het wereldwijde bbp, leiden tot een hogere vraag naar schone energie, waardoor verschillende delfstoffen in beeld komen (zie figuur 1). Zoals in een recent rapport van het Internationaal Energieagentschap te lezen staat, maakt de hieraan gerelateerde toeleveringsketen intensief gebruik van bepaalde delfstoffen, zoals lithium, nikkel, kobalt, mangaan en grafiet voor batterijen en accu’s, zeldzame delfstoffen voor elektrische turbines en motoren voor elektrische auto’s en koper en zilver voor zonnepanelen. De Europese Commissie heeft een lijst van ‘kritieke grondstoffen’ opgesteld waarin de grondstoffen zijn opgenomen waarvoor een inkoopstrategie nodig is. Evenzo heeft de VS in 2017 een nationale strategie aangenomen om toegang te krijgen tot 35 strategische delfstoffen.

In een aantal gevallen is door bestaande delfstofreserves het beheer van de wereldwijde voorraden komen te liggen bij bepaalde landen, waaronder Chili, China, de Democratische Republiek Congo, Guinee en Zuid-Afrika. De zoektocht naar alternatieven kan ertoe leiden dat de belangrijkste verbruikende landen andere locaties of tweederangsproducenten gaan evalueren, met uiteenlopende gevolgen voor gasteconomieën.


Het Arabisch-Nubische Schild: Sedimenten bieden hernieuwd, metamorfisch potentieel

Het Arabisch-Nubische Schild staat op het punt de volgende grote bestemming van de mijnbouw te worden. Het bevat overvloedige voorraden die wereldwijd als ‘strategisch significant’ worden gezien en is van economisch belang voor Egypte, Ethiopië, Saoedi-Arabië en Soedan.


Energietransitie leidt tot hogere waarde — en groter risico — van belangrijke delfstoffen

Op het land ligt de grootste uitdaging in het beperken van de risico’s die verband houden met het kleine aantal landen dat voor de energietransitie strategische delfstoffen produceert. In december 2021 heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een analyse gepost over metalen die gekoppeld zijn aan de energietransitie, waarin werd onderzocht hoe de prijzen stegen toen economieën weer opengingen na de sluitingen als gevolg van de pandemie. Dergelijke trends onderstrepen dat productiebeperkingen, reacties van toeleveringsketens en zwakke plekken in de wereldwijde handelsnetwerken mogelijk niet volledig verrekend zijn in de huidige prijsmodellen en investeringsbesluiten. Volgens het IMF is er in de mijnbouwsector waarschijnlijk sprake van ontoereikende financiering als gevolg van de toenemende bezorgdheid over milieu-, sociale en bestuurlijke aspecten (ESG-aspecten) onder investeerders.

Figuur 1:

Het beheer van essentiële grondstoffen voor de energietransitie berust bij een aantal landen

Productie-aandeel van belangrijkste producenten

Bron: USGS

Een voorbeeld van concentratie aan de aanbodzijde is vanadium, een metaal dat materialen sterker, lichter en roestwerender kan maken en beter bestand tegen absorptie van andere elementen (zie figuur 2). Vanadium is tegenwoordig van cruciaal belang voor de automobielsector en de staalindustrie in het algemeen, maar het fungeert ook als supercharger voor accu’s en batterijen en als hoofdbestanddeel voor gedecentraliseerde elektriciteitsopwekking.

In 2020 vond 83 procent van de wereldwijde productie van vanadium plaats in China en Rusland. In de drie overige belangrijke producerende landen — Brazilië, de VS en Zuid-Afrika — is de kans op stakingen, opstanden en civiele onrust toegenomen. Aangezien 79 procent of het vanadium werd gewonnen in landen waar de risico’s op juridisch en regelgevend gebied groter zijn dan het wereldwijde gemiddelde en tijdens de pandemie nog groter zijn geworden, kan politiek geweld een aanzienlijk risico gaan vormen als de levering uit China of Rusland wordt teruggeschroefd. Vanwege de beperkte aanvoer van vanadium is het risico op bedrijfsonderbrekingen groter dan bij andere delfstoffen. Een dergelijke ontwikkeling in de producerende landen kan leiden tot protesten en demonstraties, aangezien zulke onderbrekingen een versterkend effect kunnen hebben op industrieën en op de landen waar de gebruikers van de desbetreffende delfstof zich bevinden.

Figuur 2:

Vanadium laat een voorbeeld zien van het potentiële effect van de concentratie aan de aanbodzijde op het politieke risico

Wereldwijde mijnbouwproductie en vanadiumreserves

Bron: USGS

Van zand tot goud, winning uit de zeebodem neemt toe

De winning van delfstoffen — vooral kobalt, zink, mangaan, titanium, ijzer en goud — uit de zeebodem is zowel winstgevend als uitvoerbaar. In veel gevallen is de winning van deze delfstofvoorraden, die miljarden dollars waard zijn, uit de zeebodem in technisch opzicht eenvoudiger dan de winning op het land, aangezien er geen wegen, afvoersystemen, stortplaatsen en bijbehorende infrastructuur hoeven te worden aangelegd.

De ongebreidelde exploitatie van deze bronnen kan onomkeerbare schade veroorzaken aan onderzeese ecosystemen, die 50 procent van de zuurstof op aarde produceren, het klimaat reguleren en van essentieel belang zijn voor de voedselketen. Om iets tegen deze dreiging te doen hebben het Financieel Initiatief van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP-FI) en de OESO de eerste leidraad voor duurzame investeringen in de oceaaneconomie ontwikkeld, waaronder een lijst met beperkingen op basis waarvan investeringen in diepzeemijnbouw worden uitgesloten als duurzame economische activiteit.

The Clarion-Clipperton-zone in de Stille Oceaan, tussen Hawaï en Mexico, zou alleen al meer mangaan, nikkel, kobalt, titanium en yttrium bevatten dan alle reserves op het land. De onderzeese kobaltreserves zouden bijvoorbeeld vijf keer zo groot zijn als alle reserves op het land, terwijl de titaniumreserves zesduizend keer zo groot lijken te zijn als alle reserves op het land samen.

Als het gaat om de wedloop om onderzeese bronnen is de winning van delfstoffen uit de diepzeebodem misschien wel de meest controversiële kwestie. Momenteel vinden mijnbouwactiviteiten dicht bij de kust plaats, voornamelijk voor de winning van zand en andere grondstoffen voor gebruik in de bouw. Door de groei van hightechindustrieën en de behoefte aan een emissiearme toekomst is de belangstelling van commerciële partijen voor delfstoffen tussen 800 en 6500 meter onder de zeespiegel echter op de voorgrond geraakt. In zeventig landen wereldwijd is ongereguleerde zandwinning gedocumenteerd, met de daarmee gepaard gaande conflicten in verband met ecologische vernietiging, verstoring van het levensonderhoud en schendingen van het arbeidsrecht. Conflicten over zand hebben de afgelopen jaren naar verluidt geleid tot honderden doden, waaronder lokale burgers, beveiligingspersoneel en overheidsfunctionarissen.

Het wereldwijde gebruik van zand is tien keer zo hoog als het gebruik van cement. In diverse landen met een positieve demografische ontwikkeling is verstedelijking nog steeds de overheersende trend en worden steden gebouwd op een schaal en in een tempo als nooit tevoren. Singapore biedt in dit opzicht een glimp van de toekomst waar de staat zand inzet als strategische bron en waar enorme voorraden zand worden aangelegd — vergelijkbaar met de strategische olie- en gasvoorraden. De afgelopen dertig jaar heeft er in Singapore een hausse in de bouwsector plaatsgevonden terwijl de bevolking bijna verdubbelde en het landoppervlak door droogleggingswerkzaamheden met 20 procent is toegenomen. Voor deze stedelijke groei en uitbreiding van het landoppervlak waren alle lokale natuurlijke zandvoorraden van Singapore nodig, ook die van de zeebodem. Om de groei te kunnen volhouden wendde de staat zich daarom tot zijn buurlanden voor extra voorraden.

Terwijl Singapore zand importeerde van zijn buren, begonnen enkele kleine eilanden te verdwijnen. Indonesië raakte bijvoorbeeld 25 eilanden kwijt terwijl het zand exporteerde naar Singapore, wat leidde tot onderhandelingen over grensafbakening tussen Indonesische en Singaporese wetgevers. De situatie verslechterde zodanig dat Maleisië stopte met de verkoop van zand aan Singapore. Indonesië en Cambodja volgden in 2007, terwijl Vietnam in 2009 een zandverbod instelde.

Een ander effect van deze zandkoorts komen we tegen in India, waar zandmaffiagroepen tot de machtigste misdaadsyndicaten behoren. De zandmaffia beïnvloedt de nationale bouwsector en het politieke apparaat. Wat daar in India en Singapore gebeurt is een manifestatie van een langzaam aanzwellende crisis die wijst op de opkomst van conflicten over de toegang tot zand.

De Indiase regering heeft begin 2022 een algemene maatregel ingevoerd om de prijs van zand dat bij groeven wordt verkocht, vast te leggen. Dit leidde tot een verbetering van het economische klimaat van een infrastructuursector die zwaar te leiden had onder de pandemie en de stijgende kosten van grondstoffen. Dankzij de nieuwe regelgeving is zand eenvoudig verkrijgbaar tegen ongeveer een achtste van de prijs die gold vóór de invoering van de veranderingen. De maatregelen vergrootte ook de zelfvoorzienendheid, aangezien het land eerder sterk afhankelijk was van de invoer van zand uit Maleisië.

In de wedloop om onderzeese bronnen is de positie van kleine eilandstaten bijzonder delicaat. Ze zijn te klein en afgelegen om een binnenlandse markt te ontwikkelen, toegang tot buitenlandse markten te krijgen en hun economie te diversifiëren en zijn daardoor grotendeels afhankelijk van de rest van de wereld voor ontwikkelingshulp, geldovermakingen en toerisme. Deze eilanden hebben te maken met een groeiende belangstelling van grote mogendheden. Ze zijn snel bezig een twistappel te worden en voeden een wereldwijde trend van toenemende regionale conflicten die weinig onder de aandacht van het publiek komen maar die zeer van invloed zijn op toeleveringsketens en de handel. Kiribati, bijvoorbeeld, is een staat bestaand uit 33 atollen verspreid over een gebied van zo’n 3,5 miljoen vierkante kilometer — groter dan India. Wereldwijd bestaat er een risico op steeds grotere ongelijkheid tussen landen en steeds grotere onrechtvaardigheid in verband met klimaatverandering.

Rapport

Rapport politieke risico’s 2022

Lees het hele rapport.

 

 

 

Related articles