Skip to main content

Artikel

Waarom de risico’s van CCS een aangepaste aanpak van verzekeraars vereisen

Met het regelgevend kader in een bepaalde regio dat de economische haalbaarheid van projecten ondersteunt, is het steeds belangrijker om de financiële impact van elke CO2-uitstoot in de verwijderingsketen te begrijpen.

Q&A: De verzekeringsimplicaties van CCS

Nu de druk om te verduurzamen toeneemt, speelt carbon capture and storage (CCS) een cruciale rol in de overgang naar een koolstofarme economie.

Door CO₂-uitstoot af te vangen voordat die de atmosfeer bereikt en veilig ondergronds op te slaan, stelt CCS een breed scala aan moeilijk te verduurzamen sectoren in staat hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Denk aan cementfabrikanten, grijze waterstoffaciliteiten, staal- en ijzerproductie, energiecentrales en ammoniakproductie. Maar elke kans brengt ook risico’s met zich mee.

Naarmate de CCS-markt groeit, krijgen bedrijven te maken met veranderende regelgeving en nieuwe contractuele kaders. Het is daarom essentieel om inzicht te krijgen in potentiële aansprakelijkheden én hoe deze te beperken. Om dit snel veranderende landschap in kaart te brengen, ging onze Head of Climate and Sustainability Strategy, Amy Barnes, in gesprek met Global Lead voor CCS, Hannah Jennings.

AB: Voordat we ingaan op verzekeringen en risico’s, kunt u het commerciële model van CCS toelichten? En wat betekent dat voor bedrijven in de waardeketen?

HJ: Natuurlijk. Tot nu toe konden industrieën de CO₂ die vrijkomt bij hun productie meestal zonder directe economische consequenties uitstoten. Nu landen steeds concretere afspraken maken om netto nul uitstoot te bereiken, ontstaan er steeds meer prikkels en subsidies om CO₂-afvang en -opslag economisch haalbaar te maken.

De regelgeving in een bepaald land of regio speelt een cruciale rol in de economische haalbaarheid van CCS-projecten. Daardoor is het steeds belangrijker om goed te begrijpen wat de financiële gevolgen kunnen zijn van het (onbedoeld) vrijkomen van CO₂ ergens in de keten.

Er ontstaat dus steeds vaker een zakelijke reden voor bedrijven om te investeren in CCS – en daarmee ook een risico dat bescherming verdient.

Als reactie daarop, en om schaalvoordelen in de keten te benutten, zien we steeds vaker een soort hub- of clustermodel ontstaan: meerdere uitstoters uit verschillende sectoren vangen hun CO₂ af en betalen vervolgens een tarief aan een derde partij. Die partij bundelt de verschillende CO₂-stromen via een eigen transportinfrastructuur (denk aan pijpleidingen, compressie, tijdelijke opslag of transport per schip). De daadwerkelijke opslag in geologische formaties kan weer door een andere partij worden uitgevoerd.

AB: Dus simpel gezegd zijn er in dit nieuwe model drie kernfasen in de CCS-waardeketen: afvang van de uitstoot (en de benodigde liquefactie), transport en opslag. Kunt u ons meenemen in de risico’s en operationele vraagstukken die bij elke fase komen kijken?

HJ: CO₂ die buiten specificatie valt – dat wil zeggen: CO₂-stromen met onzuiverheden die niet voldoen aan de afgesproken specificaties van de verzender (of transporteur) – kan een risico vormen voor elke partij in de CCS-keten. Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat de zuiverheid van CO₂ aan de bron voorheen nauwelijks relevant was, terwijl bijvoorbeeld bij de productie van blauwe waterstof en ammoniak al CO₂ van voedselkwaliteit wordt geproduceerd.

Voorheen maakten veel CO₂-uitstoters zich niet druk om de zuiverheid van hun CO₂, omdat het een bijproduct was dat simpelweg werd geloosd. Nu deze CO₂ via pijpleidingen of per schip wordt getransporteerd en opgeslagen, is een consistente kwaliteit door de hele keten heen cruciaal – de infrastructuur is hierop afgestemd.

Daar komt bij dat de CO₂ uit verschillende bronnen afkomstig is. Het samenvoegen van deze stromen in gedeelde infrastructuur (zoals een opslagterminal op land) maakt het behouden van die consistentie extra uitdagend. Elke partij in de keten zal dit goed moeten beheersen.

AB: Kunt u uitleggen waarom CO₂ die buiten specificatie valt zo’n groot risico vormt?

HJ: Om een paar voorbeelden te geven: als er te veel water aanwezig is in de CO₂, ontstaat er koolzuur. Dat is corrosief en kan daardoor schade toebrengen aan CO₂-pijpleidingen. Daarnaast bevat CO₂ zuurstof. Als er verontreinigingen aanwezig zijn, bestaat het risico op een BLEVE (boiling liquid expanding vapor explosion) in CO₂-opslagtanks, waarbij opgeslagen energie in apparatuur of infrastructuur plots vrijkomt.

Een ander belangrijk punt is dat de uitstoot van CO₂ in hoge concentraties schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid en de directe omgeving. Hoewel CO₂ op zichzelf niet erg reactief of brandbaar is, vormt het bij bepaalde concentraties een risico op vergiftiging en verstikking.

Naast deze fysieke risico’s zijn er ook serieuze economische gevolgen, zelfs als er geen sprake is van directe schade. Zodra duidelijk is dat CO₂ buiten specificatie valt, moet het systeem mogelijk in zijn geheel worden ontlucht – het mag dan niet verder de keten in voor opslag, tenzij het aan de vooraf vastgestelde criteria voldoet. Afhankelijk van de locatie van het project kan dit leiden tot kosten voor het aankopen van emissierechten (ETS), het terugbetalen van eerder verkregen belastingvoordelen, en een waardevermindering van het product van de uitstoter (bijvoorbeeld cement of elektriciteit) omdat het niet langer als emissievrij kan worden bestempeld. En omdat CO₂ van verschillende bronnen wordt samengevoegd, kunnen de gevolgen de hele keten treffen, afhankelijk van het moment waarop het probleem aan het licht komt.

Natuurlijk is het belang van monitoring voor alle betrokken partijen duidelijk. Er zijn afspraken gemaakt om te voldoen aan de kwaliteitsnormen en het risico op het doorvoeren van off-spec CO₂ in het netwerk te beperken. Daarom gelden er duidelijke eisen voor metingen, inclusief voorschriften voor het beheer en onderhoud van die meetapparatuur.

AB: Is de verzekeringssector klaar om deze risico’s te beoordelen?

HJ: Het goede nieuws is dat er al veel expertise bestaat in het omgaan met CO₂, inclusief de meting en het beheersen van de specificaties. Tot nu toe is die ervaring vooral opgedaan binnen het gebruik van CO₂: het gas wordt al decennialang ingezet in de energiesector voor verbeterde oliewinning, en in de voedingsmiddelenindustrie, waar veel hogere zuiverheidseisen gelden.

Die ervaring geeft de verzekeringssector vertrouwen dat de bijbehorende risico’s goed begrepen worden en beheersbaar zijn — al gaat het hier wel om een nieuwe schaal en toepassing. Met de juiste beheersmaatregelen is de kans op grote incidenten zeer klein. Daardoor kunnen deze onvoorziene gebeurtenissen verzekerd worden en overgedragen worden aan de verzekeringsmarkt.

Binnen CCS zit de grootste uitdaging voor verzekeraars meestal niet in het fysieke risico van CO₂ zelf, maar in het doorgronden van het regelgevend en contractueel landschap in de hele keten en de bijbehorende aansprakelijkheid van elke partij. Wanneer we proberen het risicoprofiel van een specifieke partij binnen de waardeketen in kaart te brengen, zijn de contracten vaak nog niet ver genoeg uitgewerkt om hun totale aansprakelijkheid te kwantificeren. Daarbij moet zowel naar de keten stroomopwaarts als stroomafwaarts gekeken worden, omdat de betrokken partijen sterk van elkaar afhankelijk zijn.

AB: Wat zijn de mogelijke kwetsbaarheden of ongedekte risico’s waar bedrijven op moeten letten bij het afsluiten van een verzekering voor CCS?

Over het algemeen dekt bestaande verzekering veel van de risico’s die in de CCS-keten voorkomen. Wat echter relatief nieuw is, is de behoefte aan een verzekering die niet alleen uitkeert bij fysieke schade. In traditionele verzekeringen is een ‘schadetrigger’ vereist — er moet sprake zijn van fysieke schade. Verzekeraars bieden van oudsher zelden dekking voor incidenten zonder schade, omdat die vaak niet binnen de definitie van een onvoorzien en onverwacht voorval (fortuity) vallen, en daarom meestal als bedrijfsrisico worden beschouwd. Maar bij CCS, waar niet-schade gerelateerde incidenten met financiële gevolgen technisch onderbouwd kunnen worden als weinig waarschijnlijk, heeft Marsh toch dekking weten te realiseren op basis van deze uitgebreidere benadering.

Naast die nieuwe triggers is er ook een nieuw aspect in de verzekering zelf: het beschermen van de financiële stimulans die het CCS-businessmodel ondersteunt, maar die vervalt als er ergens in het systeem een lek optreedt. Denk aan de kosten van een ETS-emissierecht in Europa, of het verlies van een 45Q-belastingkrediet in de VS.

AB: Hoe slaagt Marsh erin om dit risico te begrijpen en te definiëren?

HJ: Wat we proberen te doen, is bestaande verzekeringsoplossingen hergebruiken in plaats van iets compleet nieuws te ontwikkelen. Daarbij helpen onze klanten ons om het risico scherp te krijgen, samen met hun bijbehorende behoefte aan financiële zekerheid. Dat is uiteindelijk wat verzekeraars nodig hebben. Zij moeten duidelijk inzicht krijgen in wat er precies van hen gevraagd wordt: welk risico wilt u dat we dekken? Waar begint en eindigt dat risico? Over welke data beschikken we om aan te tonen dat de kans op verlies klein is?

De samenwerking tussen de verschillende partijen in de volledige CCS-waardeketen is daarbij van essentieel belang geweest. Die gezamenlijke inspanning heeft geholpen om een economisch model te ontwikkelen dat de groei van CCS ondersteunt. Dankzij deze partnerschappen en de brede betrokkenheid hebben we de verschillende risicocategorieën per type klant in de keten kunnen definiëren — en dat heeft ons in staat gesteld om nieuwe verzekeringsproducten te ontwikkelen waarmee die risico’s overgedragen kunnen worden.

AB: Bij CCS overschrijden samenwerkingen en ketens vaak landsgrenzen. Kunt u toelichten hoe Marsh omgaat met verzekeringen en regelgeving in een internationale context?

HJ: Verschillende geologische opslaglocaties worden ontwikkeld op een open-source basis, wat betekent dat ze toegankelijk zijn voor uitstoters uit meerdere landen, in plaats van dat ze beperkt blijven tot de binnenlandse CO₂-aanvoer. Dit voegt een nieuwe dimensie toe aan de waardeketen, omdat gebruikers van die opslag (de uitstoters) te maken kunnen hebben met totaal verschillende economische systemen en prikkels in hun eigen land. Eenzelfde incident op een gedeelde opslaglocatie van een derde partij kan dus heel andere gevolgen hebben voor een uitstoter uit Frankrijk dan voor een uit Nederland.

Bij het ontwikkelen van nieuwe oplossingen is het daarom cruciaal om eerst te begrijpen: wat zijn de prikkels en regelingen in uw land, en wat kunt u verliezen als het misgaat? En ten tweede: welke aansprakelijkheden zijn contractueel aan u toegewezen? Wat draagt u door in de keten, wat krijgt u doorgeschoven, en welk risico houdt u zelf?

Het werk dat we in dit kader hebben gedaan voor overheden en toezichthouders, naast dat voor eigenaren van CCS-infrastructuur, is van groot belang geweest om het volledige risicobeeld goed in kaart te brengen.

AB: Samengevat: in elke fase van het proces spelen verschillende soorten risico’s, en u hebt een verzekering nodig die dit complexe ecosysteem begrijpt en kan modelleren, zodat u in de volledige – en nog in ontwikkeling zijnde – keten goed gedekt bent.

HJ: Wat wij adviseren, is om alle risico’s in kaart te brengen via een grondige risicomapping. Zo kunt u gerichte en waardevolle oplossingen ontwikkelen. Bij Marsh willen we juist af van gefragmenteerde of ad-hocoplossingen. De sleutel is het volledige plaatje begrijpen en presenteren, en vervolgens de onderdelen kwantificeren waarvoor u risicotransfer zoekt.

Klanten zeggen ons vaak: “Kijk, ik heb een risico van omvang X. Of mijn CO₂ nu lekt op mijn eigen terrein of bij een derde partij aan wie ik het lever, ik wil één verzekering die mijn gevolgschade dekt.” Als we vanaf het begin een goed overzicht hebben van het totale risicoprofiel van de klant, kunnen we in plaats van een versnipperde aanpak een geïntegreerde en concurrerende oplossing bieden die precies doet wat nodig is – niet meer, en niet minder.

Maak kennis met de auteurs

Amy Barnes

Head of Climate and Sustainability Strategy

Hannah Jennings

Senior Vice President and CCS Working Group Lead, Energy and Power

Gerelateerde inzichten